Het vrij aanvullend pensioen voor werknemers
25 February 2019
Op 27 december 2018 werd de wet tot instelling van een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze wet treedt in werking op 27 maart 2019.
Doelstelling van de wet
75% van de werknemers bouwen via hun werkgever al een aanvullend pensioen op. Er zijn grote verschillen in de hoogte van dit aanvullend pensioen. Met deze wet wil de overheid aan iedereen de kans geven om een aanvullend pensioen op te bouwen dat toelaat een levensstandaard aan te houden bij pensionering.
De werknemer kan aan zijn werkgever vragen om een bedrag te storten voor een aanvullend pensioen dat wordt afgehouden van zijn nettoloon.
Algemene werking
De werknemer beslist zelf om een VAPW af te sluiten. Hij kiest de pensioeninstelling waarmee hij een pensioenovereenkomst afsluit en hij bepaalt de hoogte van zijn bijdrage.
Bijdrage beperkt tot 3%
De bijdrage van een werknemer voor het jaar 2019 is beperkt tot 3% van zijn referentieloon van het jaar 2017. Het referentieloon is het totale brutoloon dat hij ontvangen heeft en dat onderworpen was aan socialezekerheidsbijdragen. Als 3% van het referentieloon in het bijdragejaar 2019 lager is dan 1.600 EUR (geïndexeerd), dan is het maximumbedrag dat hij mag bijdragen gelijk aan 1.600 EUR (geïndexeerd).
Bij de bepaling van het maximumbedrag dat gestort kan worden, moet ook rekening worden gehouden met de pensioentoezegging die eventueel door zijn werkgever (of de sector waartoe hij behoort) is afgesloten. De bijdrage wordt dan verminderd met de “rendementsgezuiverde WAP-reserve-aangroei” tijdens het jaar 2017, waarbij rekening wordt gehouden met de gemiddelde intrestvoet van de OLO op 10 jaar in de periode van 2012 tot en met 2017.
Om de reserve-aangroei te berekenen, kan de werknemer zijn pensioenreserves voor de betrokken jaren terugvinden op www.mypension.be
Voor de volgende jaren wordt bovenstaande systematiek verder toegepast. Dus in 2020 wordt rekening gehouden met het salaris en de reserve-aangroei van 2018, het gemiddelde OLO-rendement van 2013 tot en met 2018, enz.
Fiscaal voordeel
De gestorte bijdragen genieten een belastingvermindering van 30% voor de werknemer.
Bij (vervroegde) pensionering wordt het opgebouwde kapitaal uitgekeerd en wordt het op dezelfde manier belast als werknemersbijdragen uit een pensioentoezegging die ingesteld is door een werkgever of sector. Dit wil zeggen dat er naast een RIZIV-bijdrage van 3,55% en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2%, er een bedrijfsvoorheffing van 10,09% zal ingehouden worden.
Een concreet voorbeeld
- Referentieloon 2017: 48.720,00 EUR
- Pensioenreserve op 1 januari 2017: 30.000,00 EUR
- Pensioenreserve op 1 januari 2018: 31.250,00 EUR
- Gemiddelde intrestvoet van de OLO op 10 jaar in de periode van 2012 tot en met 2017: 1%
Maximale VAPW-storting in 2019 op basis van het referentieloon: 3% van 48.720,00 EUR = 1.461,60 EUR < 1.600,00 EUR
Rendementsgezuiverde WAP-reserve-aangroei: 31.250,00 EUR – (30.000,00 EUR x 1,01) = 950,00 EUR
Maximale storting in 2019: 1.600,00 EUR – 950,00 EUR = 650,00 EUR
Verplichtingen werknemer
Als de werknemer beslist om een VAPW te onderschrijven, dan moet hij:
- 2 maanden op voorhand zijn werkgever informeren over de opstart, wijziging of stopzetting van de VAPW;
- bepalen hoeveel hij wil investeren;
- bepalen bij welke pensioeninstelling hij een pensioenovereenkomst afsluit;
- het VAPW-attest dat hij ontvangt van de pensioeninstelling bezorgen aan zijn werkgever;
- de identiteit, het adres en de bankgegevens van de pensioeninstelling bezorgen aan zijn werkgever;
- de contactgegevens bij de pensioeninstelling bezorgen aan zijn werkgever.
Verplichtingen werkgever
De werkgever heeft volgende verplichtingen:
- inhouding op het nettoloon van de bijdrage van de werknemer die de VAPW afsloot volgens de periodiciteit die door de werknemer werd gekozen;
- doorstorting van het ingehouden bedrag aan de pensioeninstelling die gekozen werd door de werknemer;
- doorvoeren van de aanpassingen die door werknemer aan het VAPW-contract werden aangebracht (periodiciteit van afhouding, verandering van pensioeninstelling, vermindering of vermeerdering van de bijdrage, stopzetting van het VAPW-contract).
Andere mogelijkheden?
Een werkgever kan de keuze van een werknemer niet naast zich neerleggen.
De meeste ondernemingspensioenplannen hebben een bijdrage die de 3% overschrijdt. Deze aangesloten werknemers zullen geen gebruik kunnen maken van deze nieuwe wetgeving. Als er in deze bedrijven categorieën van werknemers zijn die nog niet genieten van een pensioentoezegging, dan kan de werkgever, in het kader van de harmonisering arbeiders-bedienden, overwegen om een pensioentoezegging in te stellen met een bijdrage van minstens 3%.
De bijdragedrempel van 3% wordt in de meeste sectorale pensioenstelsels niet gehaald. De kans bestaat dat werknemers uit deze sectoren interesse hebben voor een VAPW-contract.
Vivium en VAPW
Vivium ontwikkelt momenteel een nieuw specifiek individueel product om in de toekomst VAPW-contracten te kunnen onderschrijven.
Meest gelezen