Verworven rechten
Wat zijn verworven rechten en wat zijn de gevolgen hiervan voor mijn groepsverzekering?
Verworven rechten in een vaste bijdrage pensioentoezegging
Verworven rechten in een vaste prestatie pensioentoezegging
Verworven rechten in een Cash Balance pensioentoezegging
Recht van de aangeslotene op de verworven reserves en prestaties bij uitdiensttreding
Wat is minimumfinanciering?
Wat zijn verworven rechten en wat zijn de gevolgen hiervan voor mijn groepsverzekering?
De Wet op de Aanvullende Pensioenen, kort WAP genoemd, heeft als voornaamste doelstelling de aangesloten werknemers te beschermen. De WAP definieert dan ook een aantal regels om de opgebouwde rechten van de aangeslotenen op elk moment te garanderen.
Deze regels worden samengevat in het begrip ‘verworven rechten’: de prestatie die verschuldigd is op basis van de pensioentoezegging op de einddatum en het reeds opgebouwde bedrag.
- De verworven rechten op berekeningsdatum (bijvoorbeeld op de jaarlijkse aanpassingsdatum) worden ‘verworven reserves’ genoemd.
- De verworven rechten op einddatum (dit is de verdere oprenting van de reserves in het geval er geen verdere premiebetaling zou plaatsvinden) worden uitgedrukt als ‘verworven prestaties’.
Deze beide bedragen moeten worden vermeld op het benefit statement.
Hoe worden de verworven rechten van de aangeslotenen gedefinieerd?
Dit is afhankelijk van het soort toezegging waaruit uw groepsverzekering bestaat:
Verworven rechten in een vaste bijdrage pensioentoezegging
Definitie van de verworven rechten
In een vaste bijdrage pensioentoezegging wordt het pensioenkapitaal op einddatum opgebouwd door het regelmatig betalen van een vooraf bepaalde bijdrage of premie. Deze bestaat uit een vast bedrag of een percentage op het salaris. Bijvoorbeeld: jaarlijkse bijdrage = 5% van het salaris.
Met deze bijdragen wordt een reserve opgebouwd die op de einddatum van de pensioentoezegging resulteert in een kapitaal of rente voor de aangesloten werknemer. Dit zijn de verworven reserves van het contract.
De WAP bepaalt dat de verworven reserves steeds gelijk zijn aan de wiskundige reserves, winstdeelname reserves inbegrepen.
Bij overdracht van de verworven reserves, pensionering of opheffing van de pensioentoezegging moeten de verworven reserves aangevuld worden tot de minimum rendementsgarantie.
Zij wordt berekend volgens volgende principes, opgenomen in de WAP en gewijzigd door de wet van 18/12/2015 inzake duurzaamheid.
- Het minimaal rendement dat moet worden gegeven op werkgeversbijdragen bedraagt 3,25% op de pensioenpremies tot en met 31 december 2015 (na aftrek van max. 5% kosten) en bedraagt 1,75% op de pensioenpremies vanaf 1 januari 2016 (na aftrek van max. 5% kosten).
- Het minimaal rendement op de persoonlijke bijdragen van de werknemer bedraagt 3,75% op de volledige pensioenpremie tot en met 31 december 2015 en bedraagt 1,75% op de pensioenpremie vanaf 1 januari 2016.
Gedurende de eerste 5 jaar van aansluiting wordt de rendementsgarantie op de werkgeversbijdrage berekend in functie van de evolutie van spilindex over deze jaren, met een maximum van 3,25%/1,75%.
De verworven prestaties zijn de prestaties op einddatum van de pensioentoezegging op basis van de gestorte vaste bijdragen die aangewend worden voor pensioen alsook de gevestigde prestaties met betrekking tot de winstdeelname.
Indien de verworven reserves van een aangeslotene kleiner zijn dan het wettelijk minimum, spreken we van een tekort.
Voorbeeld
- De werkgeversbijdrage in een groepsverzekering bedraagt 500 euro, de persoonlijke bijdrage 100 euro, de beheersvergoeding is 5%, de gegarandeerde intrestvoet op het contract is 0,5%.
- Vivium kent een totaal rendement, inclusief winstdeelname, toe van 2,10%.
- De minimum rendementsgarantie na het eerste jaar bedraagt:
- werkgeversbijdrage: 500*0,95*1,0175 = 483,31 euro
- persoonlijke bijdrage: 100*1,0175 = 101,75 euro
- totale minimum rendementsgarantie: 585,06 euro
- De verworven reserves na het eerste jaar = 600*0,95*1,0210 = 581,97 euro.
Het verschil tussen de verworven reserves en de minimum rendementsgarantie bedraagt -3,09 euro. Er is dus een tekort.
Aanzuivering van een tekort
Indien er op het moment van uittreding vóór pensionering een individueel tekort is, wordt het bedrag van het tekort toegekend aan de aangeslotene, maar niet uitgekeerd. Het geld wordt met name ‘gereserveerd’ in het financieringsfonds.
Op het moment van uitkering bij pensionering, of overdracht van de reserves naar de onthaalstructuur of naar de onthaalstructuur van het plan van de nieuwe werkgever, wordt een eventueel tekort op dat moment, effectief overgedragen vanuit het financieringsfonds naar de reserves van de aangeslotene.
Hoe ziet u dit?
- Op de volgende premieafrekening ziet u de vermelding CO (comptabel onderdeel) 73, met hiernaast het bedrag dat wordt overgedragen naar de reserves van de betrokken aangeslotene(n). De premieafrekening bevat het totaal van alle eventuele tekorten.
- Er wordt een apart borderel opgemaakt met de hoofding ‘Code 73: Financiering Minimum OUT’. Op het borderel vindt u het detailbedrag per aangeslotene.
- U ontvangt tevens een rekeninguittreksel met saldo nul.
Verworven rechten in een vaste prestatie pensioentoezegging
Definitie van de verworven rechten
In een vaste prestatie pensioentoezegging belooft de werkgever een bepaalde prestatie op einddatum van het contract uit te keren, uitgedrukt in kapitaal of rente.
Deze prestatie staat over het algemeen in een bepaalde verhouding tot het salaris en de duur van de loopbaan volgens een formule. Bijvoorbeeld: kapitaal op einddatum = (2S1 + 7S2) x N/40 (S1 is het salaris tot aan het wettelijk pensioenplafond, S2 het gedeelte van het salaris boven het plafond).
Om dit pensioenkapitaal te financieren wordt een periodieke premie betaald in de groepsverzekering. Deze premies vormen de wiskundige reserves.
Verworven reserves
In de WAP heeft de wetgever beslist dat de verworven reserves een bepaald minimum moeten bedragen.
Dit minimum is het grootste van
- de som van de wiskundige reserves en de winstdeelname reserves;
- de som van de minimale verworven reserves en de winstdeelname reserves bovenop het pensioenkapitaal;
- de verworven reserves gedefinieerd in het reglement.
Wiskundige reserves en winstdeelname reserves
De wiskundige reserves van een contract wordt opgebouwd door middel van de periodieke betaling van een bijdrage of premie die leidt tot het bereiken van de afgesproken prestaties op einddatum.
Het KB Leven bepaalt dat bij vaste prestatie toezeggingen enkel de wiskundige reserves opgebouwd met de persoonlijke bijdragen verworven zijn. Binnen VIVIUM bepalen de reglementen echter dat zowel wiskundige reserves met persoonlijke als werkgeversbijdragen verworven zijn.
Minimale verworven reserve
De minimale verworven reserves worden gedefinieerd in de WAP en het KB Leven en zijn gelijk aan de actualisatie aan 6% van de prestatie zoals voorzien in de pensioentoezegging, gerelateerd aan de reeds gepresteerde diensttijd en het salaris op het ogenblik van de berekening met de parameters die in het reglement zijn opgenomen.
Zij worden vervangen door de 'minimumreserve', gedefinieerd in het KB WAP, indien deze hoger is.
Verworven reserves gedefinieerd in het reglement
Het staat de werkgever vrij een eigen regel voor de berekening van de verworven reserves en prestaties te definiëren in het reglement. Deze regel zal in praktijk enkel spelen indien deze reserves hoger zijn dan de vorige 2.
Deze afwijkende bepaling komt enkel voor in reglementen die voorzien in de techniek van collectieve kapitalisatie.
Verworven prestaties
De verworven prestaties zijn het grootste van
- de som van de premievrije waarden en het winstdeelname kapitaal;
- de som van de minimale verworven prestaties en het winstdeelname kapitaal bovenop het pensioenkapitaal, waarbij de minimale verworven prestaties de prestaties zijn die als basis dienen voor de berekening van de minimale verworven reserves zoals hiervoor bepaald;
- de verworven prestaties gedefinieerd in het reglement.
Voorbeeld
Aangeslotene: °5/12/1975 – leeftijd op 1/1/2011: 35j
Datum indiensttreding: 1/1/2011 – diensttijd tot 65j = 30j
Salaris = 50.000€
Wettelijk loonplafond: 44.994,95€
Kapitaal op einddatum: N/40(2S1 + 7S2) = 30/40 (2*44.994,95 + 7 (50.000-44.994,95)) = 93.768,94
Jaarpremie (3,25%) = 1.599,31
1/1/2012 (na 1 dienstjaar)
- Wiskundige reserves = 1.537,48
- Minimale verworven prestaties = 1/30 * 93.768,94 = 3.125,63
- Minimale verworven reserves = 3.125,63 * 0,15933012 (6%) = 498,01
- Geen tekort
1/1/2013 (na 2 dienstjaren) – zonder salarisaanpassing
- Wiskundige reserves = 3.127,68
- Minimale verworven prestaties = 2/30 * 93.768,94 = 6.251,26
- Minimale verworven reserves = 6.251,26 * 0,16913014 (6%) = 1.057,28
- Geen tekort
1/1/2013 (na 2 dienstjaren) – met salarisaanpassing (50.000 wordt 62.000)
- Wettelijk loonplafond = 47.171,84
- Kapitaal op einddatum = 30/40(2*47.171,84 +7 (62.000-47.171,84)) = 148.605,60
- Minimale verworven prestaties = 2/30 (148.605,60) = 9.907,04
- Minimale verworven reserves = 9.907,04 * 0,16913014 (6%) = 1.675,58
- Geen tekort
Dynamisch beheer
De WAP bepaalt dat 'dynamisch beheer' moet toegepast worden bij elke wijziging van het type 'vaste prestatie' die het gevolg is van een beslissing van de inrichter om het pensioenreglement te wijzigen, waarbij een wijziging optreedt van de formule voor het bepalen van de prestatie op eindtermijn of een wijziging in de berekening van de verworven reserves, gedefinieerd in het reglement.
Het KB WAP bepaalt de regels die minimaal moeten gehanteerd worden bij een planwijziging om de verworven rechten van de aangeslotenen uit te drukken.
- Voor wat de 'diensttijd tot de datum van wijziging' betreft:
De minimale verworven reserves en prestaties worden berekend op basis van het 'oude' plan, rekening houdend met salaris, wettelijk pensioen, burgerlijke staat, op het moment van berekening. - Voor wat betreft de 'diensttijd na de datum van wijziging':
De minimale verworven reserves en prestaties worden berekend op basis van het 'nieuwe' plan, uiteraard rekening houdend met het salaris, wettelijk pensioen, burgerlijke staat, op het moment van berekening.
Verworven rechten in een Cash Balance pensioentoezegging
Definitie van de verworven rechten
In een Cash Balance toezegging belooft de inrichter een aanvullend pensioen dat wordt opgebouwd door middel van toegekende pensioenbedragen gekapitaliseerd aan een door de inrichter toegekend rendement, vastgelegd in het pensioenreglement.
De verworven reserves op een bepaald ogenblik zijn gelijk aan de reeds toegekende pensioenbedragen gekapitaliseerd aan het toegekend rendement.
Voor de berekening van de verworven prestaties kunnen zich volgende twee situaties voordoen:
- Indien het pensioenreglement bepaalt dat bij een wijziging van het toegekend rendement door de inrichter, de wijziging enkel van toepassing is op de toekomstige toegekende pensioenbedragen (d.i. de horizontale methode gebaseerd op intrestgeneraties) zijn de verworven prestaties op een bepaald ogenblik gelijk aan de reeds toegekende pensioenbedragen gekapitaliseerd aan het toegekend rendement tot aan de einddatum.
- Indien het pensioenreglement bepaalt dat bij een wijziging van het toegekend rendement door de inrichter, de wijziging zowel op de verworven reserves als op de toekomstig toegekende pensioenbedragen van toepassing is (d.i. de verticale methode), kan de verworven prestatie niet worden bepaald.
Bij overdracht van de verworven reserves naar een andere pensioeninstelling, bij pensionering of bij opheffing van de pensioentoezegging moeten de verworven reserves worden aangevuld tot de minimum rendementsgarantie. Dit rendement wordt berekend volgens de principes zoals vastgelegd in de Wet op de Aanvullende Pensioenen en gewijzigd door de wet op de duurzaamheid van de 2de pijler van 18/12/2015. Sindsdien bedraagt het minimaal rendement
- op de toegekende pensioenbedragen van de werkgever (netto van kosten) 1,75%
- op de toegekende pensioenbedragen van de werknemer 1,75%
Gedurende de eerste 5 jaar van de aansluiting wordt de minimum rendementsgarantie op de toegekende pensioenbedragen van de werkgever berekend in functie van de evolutie van de spilindex over deze jaren, met een maximum van 3,25%/1,75%.
Voorbeeld
Het pensioenreglement definieert een Cash Balance toezegging als volgt
- een totaal toegekend pensioenbedrag van 3% van het salaris op jaarbasis.
- een rendement van 1,5% op de toegekende pensioenbedragen.
- Aangeslotene geboren op 01/01/1975, in dienst getreden op 01/01/2020 met als jaarsalaris 50.000€ en als einddatum 01/01/2040 (65 jaar)
- Na 1 dienstjaar:
- Toegekend pensioenbedrag = 3% * 50.000€ = 1.500€ per jaar
- Verworven reserve = 1.500 * 1,015 = 1.522,50€
- Verworven prestatie = 1.500 * 1,015^20 = 2.020,28€
- Minimum rendementsgarantie = 1.500 * 1,0175 = 1.526,25€
- Na 2 dienstjaren met salarisaanpassing van 50.000€ naar 51.000€
- Toegekend pensioenbedrag = 3% * 51.000€ = 1.530€ per jaar
- Verworven reserve = (1.522,50 + 1.530) * 1,015 = 3.098,29€
- Verworven prestatie = (1.522,50 + 1.530) * 1,015^19 = 4.050,52€
- Minimum rendementsgarantie = (1.526,25 + 1.530) * 1,0175 = 3.109,73€
Recht van de aangeslotene op de verworven reserves en prestaties bij uitdiensttreding
Verworven reserves en prestaties zijn de rechten van de aangeslotene op elk ogenblik. Vanaf het ogenblik van uittreding spelen ze een belangrijke rol.
Wanneer de aangeslotene uittreedt heeft hij de volgende keuzes:
- De verworven reserves in de pensioentoezegging laten, zonder wijziging.
- Op moment van uittreding worden de minimale verworven prestaties (pensioenkapitaal in functie van diensttijd tot op moment van uittreding) vastgelegd
- Vanaf dat moment blijven de verworven reserves het maximum van
- de minimale verworven reserves berekend op basis van de 'bevroren' verworven prestaties;
- de wiskundige reserves.
- Dit betekent dat de werkgever verantwoordelijk blijft voor de verworven reserves en eventuele tekorten.
- Op einddatum heeft de aangeslotene recht op de 'bevroren' verworven prestaties en worden de wiskundige reserves eventueel aangevuld door middel van aanwending van een koopsom vanuit het financieringsfonds.
- De verworven reserves in de pensioentoezegging laten met als enige wijziging een overlijdenswaarborg die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves.
- Op basis van de verworven reserves zoals hierboven op het moment van uittreding bepaald, worden de verworven prestaties herrekend, rekening houdend met deze overlijdenswaarborg.
- De werkgever blijft verantwoordelijk voor de verworven reserves en eventuele tekorten.
- Op einddatum heeft de aangeslotene recht op de 'herrekende' verworven prestaties en worden de wiskundige reserves eventueel aangevuld door middel van aanwending van een koopsom vanuit het financieringsfonds.
- De verworven reserves overdragen naar de onthaalstructuur, naar de pensioentoezegging van de nieuwe werkgever of naar de gemeenschappelijke pensioenkas
- Op moment van de overdracht wordt de verworven reserves gerekend zoals hierboven beschreven op basis van de 'bevroren' verworven prestaties op moment van uittreding.
- De wiskundige reserve wordt dan eventueel aangevuld tot de verworven reserves door middel van een koopsom vanuit het financieringsfonds.
- Vanaf het moment van overdracht is het tarief van de onthaalstructuur, van de nieuwe pensioentoezegging of van de gemeenschappelijke pensioenkas van toepassing en heeft de werkgever geen verplichting meer ten aanzien van de verworven reserves of prestaties.
Hoe ziet u dat een koopsom uit het financieringsfonds werd aangewend?
- Op de volgende premieafrekening ziet u de vermelding CO (comptabel onderdeel) 73, met hiernaast het bedrag dat wordt overgedragen naar de reserves van de betrokken aangeslotene(n). De premieafrekening bevat het totaal van alle eventuele tekorten.
- Er wordt een apart borderel opgemaakt met de titel ‘Code 73: Financiering Minimum OUT’. Op het borderel vindt u het detailbedrag per aangeslotene.
- U ontvangt tevens een rekeninguittreksel met saldo nul.
Wat is minimumfinanciering?
Het KB Leven verplicht de werkgever om op elk moment per aangeslotene een minimaal reserveniveau aan te houden. Dit wordt de minimumfinanciering genoemd. Dit om te garanderen dat de groepsverzekering op elk moment over voldoende middelen beschikt om de contractuele verplichtingen na te komen.
De verzekeraar moet hier over waken. Als dit niet het geval is moet er een aanzuivering door de werkgever gebeuren in het financieringsfonds, verbonden aan de groepsverzekering.
Twee maal per jaar voor Tak 21 toezeggingen (eind december en eind juni) en vier maal per jaar voor Tak 23 toezeggingen (eind december, eind maart, eind juni en eind september) wordt het minimum financieringsniveau van elk pensioentoezegging (op bedrijfsniveau voor Tak 21 toezeggingen) gecontroleerd volgens volgende spelregels:
- Het minimum op bedrijfsniveau is de som van het wettelijk voorziene minimaal bedrag per aangeslotene. Een aangeslotene is elke verzekerde die werkzaam is bij de werkgever, alsook uit dienst getreden verzekerden die gekozen hebben hun reserves in de pensioentoezegging te laten.
- Indien de toezegging voorziet in een vaste bijdrage:
- Is het minimale bedrag per aangeslotene gelijk aan: de reserve op de individuele rekeningen, opgebouwd met de premiebetalingen en het hierop toegekende rendement (wiskundige reserve).
- Voor uit dienst getreden verzekerden wordt dit minimale bedrag aangevuld tot de wettelijk voorziene minimum rendementsgarantie op de bijdragen, berekend op het moment van uittreding.
- Indien de toezegging voorziet in een vaste prestatie:
- Is het minimale bedrag per aangeslotene het grootste van:
- De minimale verworven reserve, berekend op basis van de pensioentoezegging, diensttijd en salaris op ogenblik van berekening. Voor uit dienst getreden verzekerden gelden de diensttijd en het salaris op het moment van uittreding.
En - De reserve op de individuele rekeningen, opgebouwd met premiebetalingen leven en het hierop toegekende rendement (wiskundige reserve).
- De minimale verworven reserve, berekend op basis van de pensioentoezegging, diensttijd en salaris op ogenblik van berekening. Voor uit dienst getreden verzekerden gelden de diensttijd en het salaris op het moment van uittreding.
- Is het minimale bedrag per aangeslotene het grootste van:
- Indien de toezegging voorziet in een Cash Balance:
- Is het minimale bedrag per aangeslotene gelijk aan de reeds toegekende pensioenbedragen gekapitaliseerd aan het toegekend rendement (verworven reserve).
- Voor uit dienst getreden verzekerden wordt dit minimale bedrag aangevuld tot de wettelijk voorziene minimum rendementsgarantie op de toegekende pensioenbedragen, berekend op het moment van uittreding.
- Indien de reserve op de individuele rekeningen lager is dan deze minimale bedragen moet het saldo voorzien zijn in het financieringsfonds.
- Indien blijkt dat de stand van het financieringsfonds ontoereikend is krijgt u een 'gedetailleerd' overzicht van deze controle, per betrokken aangeslotene. U krijgt ook de stand van het financieringsfonds, gekoppeld aan een begeleidend schrijven over het waarom van deze controle.
- Kort daarna zal u ook een bijkomende premieafrekening ontvangen met de vraag het 'nog te financieren saldo', zoals vermeld in het overzicht, verhoogd met de taks, aan te zuiveren in het financieringsfonds. Voor uw Tak 23 toezeggingen zal u enkel een bijkomende premieafrekening ontvangen bij een tweede opeenvolgende controle van de minimumfinanciering met een ontoereikend saldo.
Hoe herkent u deze bijkomende premieafrekening?
- In geval van een Tak 21 pensioentoezegging:
- Na een halfjaarlijkse controle van de minimumfinanciering met een ontoereikend saldo, zal u op de volgende premieafrekening de vermelding CO (comptabel onderdeel) 72 terugvinden, met hiernaast het bedrag dat wordt gevraagd in het voordeel van het financieringsfonds. Er wordt een apart borderel opgemaakt met de titel ‘Code 72: Financiering Minimum IN’. Op het borderel vindt u hetzelfde bedrag, evenals het rekeninguittreksel.
- In geval van een Tak 23 pensioentoezegging:
- Bij een tweede opeenvolgende kwartaalcontrole van de minimumfinanciering met een ontoereikend saldo, zal u een e-mail ontvangen met het bedrag van de bijkomende financiering in het voordeel van het financieringsfonds. Dit bijkomend bedrag zal terug te vinden zijn op de volgende premieafrekening.
Tijdens de looptijd van een pensioentoezegging wijzigen er heel wat factoren (bv. door salarisaanpassingen). Enerzijds wijzigen zowel de pensioenkapitalen op eindleeftijd als de minimale verworven reserves, als de reserve op de individuele rekeningen, ieder volgens hun eigen ritme.
Anderzijds kunnen, bij uitkering aan een aangeslotene, indien nodig, reserves vanuit het financieringsfonds aangevuld worden tot het wettelijk minimum bedrag. Zo kan het saldo van het fonds opnieuw ontoereikend worden.
Bij de eerstvolgende halfjaarlijkse controle ontvangt u dan opnieuw een overzicht en bijkomende premieafrekening.
Het gedetailleerde overzicht en de daaropvolgende premieafrekening worden verzonden zoals alle premieafrekeningen: naar de contactpersoon die u hebt aangeduid en eventueel naar de verzekeringstussenpersoon als dit het geval is voor de premieafrekeningen.